Wat is PSSM?
PSSM staat voor, polysacharide storage myopathie en is een genetisch defect waardoor spierproblemen ontstaan. Hoe kan je PSSM voorkomen?
Deze aandoening heeft te maken met de opslag van suikers. Dit is heel normaal en komt bij alle paarden voor. Echter nemen de spieren bij paarden met de PSSM ziekte veel sneller suikers op dan zou moeten. Ook slaan ze op een afwijkende manier glycogeen op waardoor suikers niet vrij gegeven kunnen worden, wat de spier kan beschadigen doordat verzuring niet wordt tegengegaan. Dit resulteert in veel symptomen die erg overeenkomen met spierbevangenheid zoals spierstijfheid, zweten en niet meer willen stappen. Er zijn twee types PSSM: type 1 en type 2.
PSSM type 1: Een opeenstapeling van suikermoleculen
Door een genetische afwijking in één specifieke gen, de glycogeen synthase 1 gen (GYS1), ontstaat er een abnormale stapeling van suikermoleculen in de spiercellen. Dit zorgt ervoor dat paarden met PSSM1 snel last krijgen van stijve en harde spieren, extreem zweten of niet willen/kunnen werken. PSSM1 komt ook vaak in aanvallen. Tijdens een aanval heeft het paard vaak spiertrillingen (in de flanken en/of op de hals), zijn ze spierbevangen, strak op de buik, staan ze alsof ze willen plassen en heeft het paard donkere urine.
Door middel van een genetische test kan er uitgezocht worden of het paard PSSM1 heeft. Tijdens de test wordt er gekeken of het GYS1 gen afwijkend is. Genen zijn altijd dubbel, vandaar dat er drie uitslagen mogelijk zijn:
2 normale GYS1 = geen pssm1 (N)
Uit onderzoek is gebleken dat PSSM type 1 erfelijk is en dominant. Dat wil zeggen dat wanneer één van de ouders de genetische mutatie die PSSM veroorzaakt doorgeeft aan de nakomeling, het paard zal lijden aan PSSM.
Onderstaande afbeeldingen van de website pssm.eu geven een beeld van de erfelijkheid van PSSM type 1. Klik op de afbeelding om te vergroten.
Erfelijkheid
Aangezien het GYS1 gen autosomaal dominant is, geeft deze ook klachten zodra er één afwijkende gen is. Ook is het een erfelijke ziekte, waardoor je bij heterozygoot PSSM1 een kans hebt van 50% dat het wordt overgedragen. Een paard dat 2 afwijkende GYS1 genen heeft, zal dit altijd vererven. PSSM1 komt steeds vaker voor bij verschillende trekpaardrassen.
PSSM type 2: (chronische, progressieve) afbraak van spiercellen
De symptomen van PSSM2 lijken op die van PSSM1, alleen is er bij PSSM2 geen sprake van een afwijking in het GYS1 gen. Bij PSSM2 is er sprake van een (chronisch) spierafbraak probleem. Paarden met PSSM2 kunnen typerende kuiltjes op de hals en achterhand hebben, dit zijn plekken waar de bespiering verloren is gegaan. Klinisch en röntgenologisch zijn er geen afwijkingen te zien, dat is het meest verraderlijke van deze ziekte. Want vaak vertonen deze paarden ook afwijkend gangwerk en wisselende kreupelheden.
PSSM is onder controle te houden
Veel paarden kunnen redelijk klachtenvrij leven met een aangepast voer- en bewegingsschema, maar vaak is het een lange weg voordat de juiste balans is gevonden. Vooral extra vitamine E en eiwitten zijn belangrijk voor deze paarden. Net zoals het zo laag mogelijk houden van suikers en gedoseerde beweging.
Eigenlijk wil je geen veulen fokken met een risico op PSSM
Wil je een veulen fokken zonder risico op PSSM, kies dan voor een hengst die in ieder geval PSSM vrij is. Maar dan ben je er eigenlijk nog niet. Ook jouw merrie kan één afwijkende gen hebben en dan heb je 50% kans dat er een veulen wordt geboren met ook een afwijkend gen. Het is dus zeker aan te raden om jouw merrie ook te laten testen.
Testen op PSSM1
Testen op PSSM type 1 is eenvoudig en niet duur. Als paardeneigenaar kun je zelf een sample insturen. Om te kunnen testen moet je een klein plukje manen of staartharen met wortels en al trekken; in de wortels van deze haren zit het DNA dat ze gebruiken voor de tests. Dit haar stuur je op, samen met een formulier dat je van de website van het laboratorium kunt downloaden. Er zijn meerdere laboratoria in Europa die op PSSM type 1 kunnen testen, bijvoorbeeld:
Bronnen:
CEM en EVA
Deze twee onderzoeken richten zich op het sperma. Sperma kan namelijk ziektekiemen bevatten. Zowel de hengstenhouder als de houder van de fokmerrie moeten voorkomen dat de merrie ziek wordt van besmet sperma bij een dekking of inseminatie.
Zorg er voor dat je bevestigd krijgt dat het sperma gecontroleerd is en begin met een gezonde in goeie conditie zijnde merrie, laat je eigen dierenarts je hier over inlichten.
Meestal is bekend of de Nederlandse Dekhengsten vrij zijn van erfelijke aandoeningen. Voor meer informatie, bekijk onze hengsten pagina.
Wil je weten of er bij jouw Schwarzwälder Fuchs PSSM in de lijn voorkomt? Neem contact op met Fokkerijzaken voor details over de afstamming van jouw Schwarwälder.
Je kan met ons in contact komen door het contact formulier in te vullen of via info@sfvn.nl.
Heb je specifieke vragen dan kan je via de button hieronder een lijst met e-mail adressen downloaden. Zo komt jouw vraag bij de juiste persoon terecht.
Copyright © 2024 SFVN