Oorsprong

De Schwarzwälder Fuchs is een koudbloed paardenras dat afkomstig is uit het het zuidelijke gedeelte van het Duitse Zwarte Woud en wordt gebruikt in de bos- en landbouw. Door de compacte bouw en veel kracht is het ras hiervoor zeer geschikt. Over de exacte oorsprong is niet veel bekend, behalve dat al in de Middeleeuwen in de kloosters van St. Märgen, St. Peter en St. Blasien paarden van dit type werden gefokt. In 1400 wordt voor het eerst in een vee-register vermeld dat boeren gebruik maken van paarden, vooral om zelf op te rijden – het werk op het land werd nog meestal door ossen gedaan. De boeren kopen de paarden van officieren uit het leger, of vinden ze in de omgeving, losgelaten door gedeserteerde soldaten. Ook zijn er buitgemaakte paarden, die worden verhandeld. In die tijd woedde een lange oorlog. De oorsprong van het Schwarzwälder ras is terug te leiden naar al deze verschillende paarden.

Doorzettingsvermogen

Rond 1800 wordt voor het eerst structureel gefokt, met hengsten waaraan hoge eisen worden gesteld. Doorzettingsvermogen, hardheid en prestatievermogen zijn de belangrijkste kenmerken. Dit innerlijk is in het begin belangrijker dan het uiterlijk, maar de kleuren fuchs en dunkelfuchs zjjn al wel het meest begeerd. De boeren uit die tijd prijzen de eigenschappen van het ras al: het zijn hardwerkende, slimme, langlevende, gezonde paarden die ieder jaar een veulen krijgen. De paarden worden in vier- en zesspan ingezet om vracht te vervoeren, en bij het fokken wordt hiermee rekening gehouden. In 1896 wordt de fokkerij met de komst van het officieel stamboek Verband der Schwarzwälder Pferdezuchtgenossenschaft georganiseerd. Een poging in de volgende jaren om het ras te vermengen met Belgische trekpaarden mislukt door verzet van verschillende fokkers en boeren, die het ras willen bewaren.

Eeuwwisseling

In 1900 zijn er vier goedgekeurde hengsten beschikbaar in St. Märgen. Om inteelt te voorkomen werd in 1901 de Ardenner hengst Marquis geïntroduceerd, als tegenhanger van de Belgische trekpaarden. Het aantal paarden neemt dan snel toe, maar de twee wereldoorlogen hebben grote invloed op de fokkerij. Tijdens de eerste wereldoorlog worden veel Schwarzwälder ingezet. Het ras heeft het zwaar, maar overleeft ternauwernood.

Tegenwoordig

Tegenwoordig is het paard beschermd onderdeel van het cultuurgoed van het Schwarzwald, waar zich ook de meeste fokkers bevinden. Die bescherming is nodig: na de Tweede Wereldoorlog zijn er nog 1200 geregistreerde merries, maar dat aantal neemt sindsdien sterk af. Dat komt met name door de mechanisatie van de landbouw, die er voor zorgt dat de Schwarzwälder met uitsterven bedreigt wordt. In de jaren zeventig zijn er nog slechts 159 merries en 4 goedgekeurde hengsten. De deelstaat Badem-Württemberg heeft inmiddels de fokkerij gereguleerd en allerlei maatregelen getroffen om het ras the bewaren, met als gevolg dat er nu rond de 700 merries zijn opgenomen in het stamboek – en dat aantal weer licht stijgt. In Hengstenstamboek I, het stamboek waarin de beste hengsten staan, komen nu rond de 30 hengsten uit zes verschillende lijnen voor. De Schwarzwälder staat nog steeds op de lijst van bedreigde huisdierrassen.

Bronnen: